Het liefst willen mijn ogen ronddwalen in de uitgestrektheid van de oneindige horizon, daar waar de oceaan en de hemel elkaar raken. Ze willen niet verstoord worden door de vastheid van bekende objecten.
Daardoor moeten de ramen in huis het ontgelden. Op ieder streepje dat het uitzicht in de weg staat wordt afkeurend gereageerd.
Gisteren zat ik te schilderen, als je mijn onzekere poging in die richting zo mag noemen. Het raam dat mij scheidde van de oceaan was nogal vuil.
Hoewel het onderwerp van mijn inspanning tot schilderen niets met de oceaan te maken had wisten mijn ogen niet waar ze moesten kijken en ben ik eerst maar de ramen gaan zemen.
Tot grote tevredenheid van degene die kijkt.
Bij iedere groei die ik doormaak hoort een nieuwe vorm van integriteit.
Alsof de oude huid te krap wordt en net zo lang jeukt en kriebelt totdat mijn nieuwe standpunt duidelijk is. Een standpunt dat overeenkomt met de diepste gevoelens binnenin mij.
Het heeft te maken met het diep in mijzelf steeds overweldigd voelen door wat er gebeurt in de wereld om mij heen.
Totdat…, ja, totdat ik zie dat ik een eigen standpunt mag hebben en verwoorden.
Het is alsof ik daartoe uitgedaagd wordt door situaties die zich voordoen.
Door de stem binnenin mijn hart steeds te horen en te voelen leer ik meer in overeenstemming met haar te gaan leven.
Een enorme kracht maakt zich vrij.
Het is een kracht van vrede.