Van alle getallen valt het getal 11, of een veelvoud daarvan, me het meeste op.
Deze maand zie ik het extra vaak omdat het november is en mijn computer de 11 iedere dag laat zien.
Maar ook als ik op de meters in het dashboard van mijn auto kijk, dan springt het getal 11 er iedere keer uit.
De auto gebruikt dan 11 liter benzine per 100 kilometer, of ik ben 11 minuten onderweg, of het is 11 uur 11.
Of het is 11 graden buiten.
Voor mij betekent het getal 11 hoe belangrijk het is mijn speelsheid en humor te koesteren.
In de Tzolkin is 11 het zonneteken Chuen, blauwe aap, de onschuld en speelsheid in onszelf.
De dissonant die roet in het eten gooit opdat we daarna met vernieuwde kracht verder kunnen gaan.
In een cultuur die ons zo uitnodigt tot veroordelen, omdat er zulke nare dingen gebeuren, kunnen we ons uit de zuigkracht van de negativiteit bevrijden door onszelf te herinneren aan de lichtheid en luchtigheid van ons wezen.
Vandaag reis ik met de trein.
Achteruitrijdend, in mijn stoel genesteld met een kopje koffie en een warm boek van Isabel Allende, zie ik dat de zon met me meereist.
Soms wordt het zicht op de zachtgele zon versluierd door een dunne wolkenlaag.
Een vogel vliegt langs.
Het leven is en blijft een mysterie.
Wat zal ik schrijven?
Over mijn vervulling bij de Mystery school?
Over mijn sjamanenkant die de ruimte krijgt?
Over mijn artistieke gaven die langzaam maar zeker bevrijd worden?
Zal ik schrijven over mijn vreugde bij het zien, horen, voelen, ruiken van de oceaan?
Of over mijn geluk over de ontdekking dat mijn wonden en problemen slechts een klein stukje van het grote geheel zijn?
Sterker nog, ze verlenen rijkdom aan het geheel van wie ik ben, want ik zou de ander niet kunnen aanvoelen, steunen, als ik mijn eigen onmogelijkheden niet zou kennen.
Ik hoor de oceaan in haar ritmische eeuwigdurende bewegen, het pruttelen van de koffie…
Het leven is goed.
De stilte van de planten, van de bomen, is de stilte van mijn diepste kern.
Laat me daarnaar terugkeren.
Gisteren las ik in een boek over vrouwelijke yang.
Deze vorm van yang is stevig, en is niet patriarchaal veroordelend.
Ik heb het gevoel dat ik een schitterende schat heb gevonden...
Ik voel me een beetje verkouden en ben sneller moe.
Dat schijnt te maken te hebben met een portaal van energie naar een hoger bewustzijn, waar we alles achterlaten wat daar niet bij hoort.
Ik merk dat het belangrijk is om los te laten, te vertrouwen, en toe te geven aan mijn behoefte om het rustig aan te doen.
Steeds maar weer terugkeren naar mijn aanwezigheid in het Nu.
Mijn lichaam is bezig het nieuwe bewustzijn te integreren.
Vanochtend reed ik op de snelweg en zag op een vrachtwagen de tekst: ‘You need wings’.
We hebben vleugels nodig om het bekende achter ons te laten, in het vertrouwen dat de wind van verandering onze vlucht zal ondersteunen.
Het regent buiten, binnen brandt een kaars.
Ik zoek de rust in mezelf op deze eerste dag van het nieuwe Maya jaar.
De Maya’s hebben veel kalenders, waaronder de kalender die op de cyclus van de maan is gebaseerd: Dertien maanden van 28 dagen, en één dag buiten de tijd.
Het voordeel van de maankalender is dat zij universeel geldt.
Het is op aarde overal tegelijk volle maan, terwijl de invloed van de zon afhankelijk is van de locatie.
Dit jaar staat in het teken van de energie van het zonneteken Muluc, Rode maan.
Voor de Mystery school heb ik pas geleden een beeldje van ‘La última madre’ gemaakt.
Het werd een wijze oude Indianenvrouw met haar zwarte haar in een lange vlecht op haar rug.
Ik kleide haar van papier-maché en heb het figuurtje daarna geverfd.
Wat vind ik het heerlijk om naar haar te kijken!
Ik heb haar ook al een keer om raad gevraagd en haar antwoorden waren verbluffend.
Tijdens de lange vliegreis naar de Verenigde Staten merk ik dat ik behalve mijn gloednieuwe rode koffer ook mijn emotionele baggage heb meegenomen, mijn reactie op de mensen thuis.
In de hotelkamer met uitzicht op de heuvels van New Mexico ben ik, door de acht uur tijdverschil, midden in de nacht klaarwakker.
Het kost heel wat vindingrijkheid om die uren op een prettige manier door te komen.
Pen en papier helpen daarbij.
Ik mediteer een beetje en probeer met een zo leeg mogelijk hoofd mijn moeite om werkelijk hier te zijn te analyseren.
Als ik een tekening maak van het probleem blijkt dat het te maken heeft met een gevoel van pure chaos.
Gelukkig is het nu duidelijk dat ik daar iets mee moet.
Ik teken een gewijde ruimte met alleen mij erin en een brandende kaars.
Het helpt.
Zittend naast de grote rots die ons terras beschermt tegen de wind besluit ik de rots te vragen tegen mij te praten.
Ik hoor gekwinkeleer van vogels, het geluid van de branding van de oceaan, maar de rots zwijgt.
Zij heeft zich afgesloten in zwijgen, en ik heb het gevoel dat zij mijn integriteit aan de orde stelt.
Om te schrijven over wat de rots mij te zeggen heeft is een diepere integriteit nodig.
Ik stem mij weer af en luister.
Nog nooit heb ik met mijn oor zo dicht bij de rots gezeten.
Ik had de moed opgegeven ooit te kunnen luisteren naar wat de rots me te zeggen heeft.
De rots heeft alles al meegemaakt.
Ooit was zij een plaat in de aarde en nu staat zij bijna vertikaal.
Van grond onder onze voeten is zij dus tot beschermer van ons huis geworden.
Zij is zo mooi.
Dat wil ik graag tegen de rots zeggen.
De warmte van de zon van de dag straalt nog van haar af.
Ik hoor een toon met de toonhoogte van insecten. Het kan de weerkaatsing van het geluid van de zee tegen de rots zijn, maar ook iets nieuws.
Iets wat de rots mij zelf wil zeggen.
Ik voel mijn eigen kleine ik bij dit grootse wonder van een rots.
Tussendoor merk ik ook mijn opportunisme als mens die hier een verhaal van wil maken.
Dat opportunisme staat tussen ons in.
Ik voel dat het nodig is om te groeien in liefde om het vertrouwen van de rots waardig te zijn.
Kennelijk vertolkt de rots het gevoel van uitbuiting van de aarde door de mens.
Het gevoel dat we de aarde als vanzelfsprekend hebben behandeld, zonder ware aandacht.
Ik zou de rots willen vragen mij en de mensheid te vergeven, maar tegelijkertijd weet ik dat er voor mij nog een weg te gaan is om het vertrouwen van de rots waardig te zijn.
Het begin is gemaakt.